Bij ouderen en mensen met een chronische aandoening kan de temperatuurregulatie verminderd zijn. Zij zweten minder en de reservefunctie van hart en longen is afgenomen. Daarom kunnen zij bij hoge buitentemperaturen sneller last krijgen van de hitte. Ook zijn er verschillende geneesmiddelen die invloed hebben op de temperatuurregulatie.
Ouderen en chronisch zieken kunnen door de hitte last krijgen van:
- Huidaandoeningen door verstopte afvoergangen van zweetklieren bij natte huid.
- Hittekramp (spierkramp) door te veel zoutverlies bij zweten en inspanning.
- Hitte-uitputting door uitdroging. Er ontstaat een snelle hartslag, verminderde weerstand en slechtere concentratie. Voldoende drinken is erg belangrijk.
- Hittesyncope door onvoldoende doorbloeding van de hersenen met flauwvallen als gevolg. Verder hoofdpijn, misselijkheid en diarree.
Hitteberoerte (heat stroke) is het meest ernstige effect. De temperatuur van het lichaam komt boven 41º C. Er ontstaat een rode en droge huid, krampen, stuiptrekkingen en verlies van bewustzijn.
Naast de hoogte van de buitentemperatuur is de luchtvochtigheid van belang. Het KNMI gebruikt een hitte-index om aan te geven bij combinatie van buitentemperatuur en luchtvochtigheidsgraad, welke voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden.
Invloed van geneesmiddelen
Naast ouderdom of chronische aandoeningen hebben geneesmiddelen invloed op de temperatuurregulatie. De volgende geneesmiddelgroepen beïnvloeden de temperatuurregulatie:
- Diuretica: verlies van vocht en zouten, waardoor eerder uitdroging en afname van zweten.
- Laxantia: eveneens verlies van vocht en zouten, waardoor eerder uitdroging en afname van zweten.
- Anticholinergica: remmen het zweten.
- Sympathicomimetica: geven vaatvernauwing waardoor de huiddoorbloeding niet kan toenemen.
- Antipsychotica: ontregelen de temperatuurregulatie in de hypothalamus (blokkeren cerebrale dopaminereceptoren).
Het aantal geneesmiddelen dat de temperatuurregulatie beïnvloedt, is groot. Naast geneesmiddelen uit bovenstaande groepen zijn er veel geneesmiddelen die verstoring van de elektrolytenbalans of nierfunctie kunnen geven (zoals RAAS-remmers en NSAID’s) en middelen die anticholinerg werken of dopamine of serotonine beïnvloeden (zoals antidepressiva en lithium). Geef bij aflevering van deze middelen in de zomer algemene adviezen (zoals voldoende drinken, voldoende zout, niet in de volle zon) om alert te zijn voor uitdroging en ontregeling van de temperatuurhuishouding.
Gecombineerd gebruik van geneesmiddelen die de temperatuurhuishouding beïnvloeden, brengt meer risico’s met zich mee. Bovendien hebben deze patiënten onderliggende aandoeningen waardoor de temperatuurhuishouding ook wordt beïnvloed, zoals vermeld in onderstaande tabel.
Aandoening | Geneesmiddel | Gevolgen |
---|---|---|
Hart- en vaatziekten | ||
Hartfalen | diureticum, RAAS-remmer, bètablokker, spironolacton of digoxine | Verstoring water- en zouthuishouding, verminderd hartminuutvolume |
Angina pectoris | bètablokker, nitraat, diltiazem | Verminderd hartminuutvolume, verlaging arteriële druk |
Hypertensie | diureticum, RAAS-remmer, bètablokker, calciumantagonist | Verstoring water- en zouthuishouding, verminderd hartminuutvolume, verlaging arteriële druk |
Centraal zenuwstelsel | ||
Psychose | antipsychoticum, anticholinergicum | Verstoring thermoregulatie hypothalamus, verminderde zweetsecretie |
Depressie | SSRI, vooral in combinatie met lithium | Verstoring thermoregulatie door serotonine re-uptakeremming en remming norepinefrine- en dopamineafgifte door lithium |
Ziekte van Parkinson | anticholinergicum | Verminderde zweetsecretie |
Bij patiënten met astma/COPD kunnen ademhalingsproblemen ontstaan bij hoge buitentemperatuur en zonnige droge dagen omdat het ozongehalte in de lucht hoog is en er kans op smog bestaat.
Hoe werkt temperatuurregulatie
Om lichaamstemperatuur in evenwicht te houden is het belangrijk dat warmteproductie en warmteopname in evenwicht zijn met de warmteafgifte. Organen, huid en spieren zijn verantwoordelijk voor de warmteproductie. De warmteopname (door straling en wind) gaat een rol spelen als de buitentemperatuur hoger is dan de temperatuur van de huid.
De hypothalamus is het regelcentrum van de lichaamstemperatuur. De hypothalamus bevat temperatuurgevoelige delen: de thermoreceptoren. Daarnaast zijn er thermoreceptoren in de huid en het ruggenmerg. Serotonine en dopamine zijn de belangrijkste neurotransmitters die bij temperatuurregulatie een rol spelen. Als de lichaamstemperatuur stijgt boven de benodigde waarde (ong. 37 °C), wordt de warmteafgifte verhoogd door:
- meer zweetvorming: bij hoge buitentemperaturen vindt koeling vooral plaats door verdamping van zweet. Om het zweten op gang te houden is veel vocht nodig. Bij een hoge luchtvochtigheid gaat de verdamping langzamer en is er minder koeling.
- verhoging van de huiddoorbloeding: de verhoging van de huiddoorbloeding ontstaat door vaatverwijding in de huid. Het circulerend bloedvolume moet hiervoor toenemen. Dit vraagt om een verhoogde werking van het hart.
Bronnen
- Silbernagl S, Despopoulos A. Sesam Atlas van de Fysiologie. Bosch & Keuning Baarn. 2e druk.
- Fijnheer R, van de Ven PJG, Erkelens DW. Psychiatrische medicatie als risicofactor voor fatale hittecollaps. Ned Tijdschr Geneeskd 1995;139(27):1391-3.
- Schols JMGA. Zorg voor kwetsbare ouderen: verstandig handelen tijdens perioden van hitte met temperaturen die langdurig boven 25º C blijven. Capaciteitsgroep Huisartsengeneeskunde, Universiteit Maastricht en departement Tranzo, Universiteit Tilburg. Mei 2007.