Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft met branche- en beroepsorganisaties uit de zorg een Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesloten. Daarin is afgesproken dat zorgpartijen intensiever met elkaar gaan samenwerken, de eerstelijnszorg versterken en meer aan preventieve zorg gaan doen. De KNMP is, in tegenstelling tot eerdere hoofdlijnenakkoorden in de zorg, betrokken bij het IZA. “Het akkoord biedt goede haakjes om de rol van apothekers in de eerstelijns te verstevigen”, aldus KNMP-bestuurder Reinier Bax. “Graag zien we dat we bij de uitwerking nog actiever worden betrokken om zo de toegevoegde waarde van farmaceutische zorg te laten zien.”
In het akkoord wordt benadrukt dat zorgpartijen gaan uitzoeken hoe de expertise van het apothekersteam beter kan worden ingezet. Dat wordt gedaan in het kader van de versterking van de eerstelijnszorg. Afgesproken is dat de KNMP samen met zorgpartijen, waaronder het ministerie van VWS, om tafel gaat over hoe de farmaceutische zorgfunctie kan worden geoptimaliseerd. Daarnaast is er in het akkoord veel aandacht voor regionale samenwerking: zorgpartijen gaan inzetten op verregaande samenwerking tussen de regio’s en de verschillende zorgdomeinen. Er worden financiële middelen beschikbaar gesteld voor doorontwikkeling van de organisatie en samenwerking in de eerstelijnszorg.
“Het is jammer, maar ook verklaarbaar, dat er met huisartsen, om voor hen moverende redenen, geen overeenstemming is gevonden”, aldus KNMP-bestuurder Bax. “In de dagelijkse praktijk werken we al zeer prettig met hen samenwerken in de eerste lijn. Graag zien we dat de samenwerking – ook buiten het IZA om - komende jaren verder wordt geïntensiveerd.” De huisartsenkoepel LHV was – van de dertien onderhandelende partijen - de enige partij die niet heeft meegetekend. In een Kamerbrief gaf minister Kuipers aan 'goede hoop' te hebben dat huisartsen op een later moment alsnog het IZA zullen ondertekenen.
Het IZA komt voort uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV. In mei van dit jaar schetste minister Kuipers (VWS) de contouren van het akkoord, en nodigde daarvoor partijen uit waarmee de bewindspersonen financiële en inhoudelijke afspraken wilde maken. Op basis van de gekozen onderwerpen zijn er onderhandelingen gevoerd met onder meer De Nederlandse GGZ, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en Zorgverzekeraars Nederland. Dat was de zogenoemde ‘binnenring’ van partijen. De KNMP maakte deel uit van de ‘buitenring’, en leverde tijdens het traject input op conceptversies.