Een op de vijf Nederlanders had vorig jaar een allergie

Opties

Het aandeel Nederlanders dat aangeeft een allergie te hebben is toegenomen van 18% in 2014 tot 21% in 2023. Allergieën komen het vaakst voor onder 25- tot 35-jarigen en volwassen vrouwen hebben vaker een allergie dan volwassen mannen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

Allergieën komen het vaakst voor onder 25- tot 35-jarigen (29%). In de eerste levensjaren (0- tot 4-jarigen) heeft 8% in 2022/2023 een allergie. Dit aandeel loopt langzaam op met de leeftijd, tot rond de 30 jaar, daarna neemt dit aandeel af. 10% van de 75-plussers zegt een allergie te hebben, zo blijkt uit de Gezondheidsenquête van het CBS, dat sinds 2014 vraagt of iemand een allergie heeft. De enquête vraagt niet naar het soort allergie.

Verder blijkt dat in de leeftijdsgroepen tot 15 jaar jongens vaker aangeven een allergie te hebben dan meiden. In de leeftijdsgroep van 15 tot 20 jaar is dit ongeveer gelijk: 28%. Boven de 20 jaar zijn het juist de vrouwen die vaker zeggen een allergie te hebben. Van de 45- tot 50-jarigen zegt 20% van de mannen een allergie te hebben, en 29% van de vrouwen.

Stedelingen

Ook blijkt uit het onderzoek van het CBS dat het aandeel mensen met een allergie toeneemt met de mate van stedelijkheid van de woonomgeving. Zo geeft 24% van de bewoners van zeer sterk stedelijke gemeenten aan een allergie te hebben, tegen 17% van de plattelandsbewoners in niet-stedelijke gemeenten.

Pagina laatst bijgewerkt op 22 oktober 2024