Mensen met een lage opleiding hebben minder vaak toegang tot hun eigen medische gegevens. Daarnaast zoeken ze minder vaak naar informatie over gezondheid en worden ze minder vaak bereikt met informatie over zelfzorg. Dit blijkt uit drie deelstudies van de Transparantiemonitor van het Nivel.
In de Transparantiemonitor is onderzocht hoe mensen met een lage opleiding of een lage sociaaleconomische positie gebruikmaken van informatie die beschikbaar is gekomen door het stimuleren van transparantie over de zorg.
De Transparantiemonitor 2018-2023 van het Nivel is een meerjarig project dat zich richt op de vraag hoe transparantie van zorg zich ontwikkelt en wat dat oplevert. Binnen dit project wordt gekeken naar beschikbaarheid en bruikbaarheid van informatie over (kwaliteit van) behandelingen en (kwaliteit van) zorgaanbieders en zorgverleners en hoe specifiek mensen met een lage opleiding of lage sociaal economische positie hier gebruik van maken.
Toegang tot gegevens
Drie op de vijf (63%) zorggebruikers zegt in 2023 toegang te hebben tot hun eigen medische gegevens bij de huisartsenpraktijk of het ziekenhuis. Van de mensen met een laag opleidingsniveau zegt slechts 46% dat zij toegang hebben tot hun eigen medische gegevens. Deze toegang wordt vaak verleend via internet, bijvoorbeeld via het elektronisch patiëntendossier of een persoonlijke gezondheidsomgeving. In 2018 gaf een kwart (25%) van de zorggebruikers aan hier toegang toe te hebben. Dit aandeel is in 2023 meer dan verdubbeld.
Bijna de helft van de zorggebruikers met een laag opleidingsniveau (49%) zocht in 2023 naar informatie over gezondheid. Onder alle zorggebruikers lag dit percentage hoger: hiervan gaf twee derde (66%) aan naar informatie over gezondheid te zoeken. Bijna de helft (45%) van alle zorggebruikers die naar informatie zochten, zocht informatie over behandelingen; één op vijf (21%) zocht informatie over een arts, een huisartsenpraktijk of een ziekenhuis. De informatie die ze zochten, verkregen ze vooral via internet en van zorgverleners.