Verpleeghuizen zetten regelmatig honden in als onderdeel van het activiteitenprogramma voor mensen met dementie. Een hond en diens begeleider vergroten namelijk de sociale interactie van mensen met dementie, zo blijkt uit promotieonderzoek van specialist ouderengeneeskunde en kaderarts psychogeriatrie Lonneke Schuurmans.
Mensen met dementie kunnen soms onrustig gedrag vertonen. In een groep is dit vaak moeilijk te reguleren en kan het storend zijn. Voor artsen en begeleiders vormt het een uitdaging om deze mensen toch een plezierige daginvulling te geven. In haar proefschrift beschrijft Lonneke Schuurmans het effect van groepsactiviteiten met een hond en vergelijkt dit met de inzet van een robotdier. Haar conclusie: een hond en diens begeleider vergroten de sociale interactie van mensen met dementie. Bij een robotdier is dit effect er ook, maar in mindere mate.
Opfleuren
Uit het onderzoek van Schuurmans blijkt dat mensen met dementie positief reageren op een hond en diens begeleider. Waar ze eerst stilletjes in de groep zitten, fleuren ze op zodra de hond en de begeleider bij hen komen en maken ze op hun eigen manier verbaal of non-verbaal contact met de hond.
Een opvallende conclusie van het onderzoek van Schuurmans is, dat onrustig gedrag bij mensen met dementie volledig verdwijnt als zij bezig zijn met een hond. Het effect is echter kortstondig: zodra de activiteit is afgelopen, komt het gedrag weer terug. Bij de robot daalt het agitatiegedrag ook, maar niet volledig.
Schuurmans pleit ervoor om hondenactiviteiten een vast onderdeel te laten zijn van het activiteitenprogramma in een verpleeghuis. Belangrijk is wel om bij de selectie van de hondenteams ook te kijken of de begeleider geschikt is voor de omgang met mensen met dementie.