De Adviescommissie Pakket (ACP) binnen het Zorginstituut gaat zich buigen over het advies om vitamine D uit het verzekerde pakket te halen. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd aangepast aanvullend pakketadvies. Op vrijdag 8 april wordt dit advies binnen deze commissie nader besproken. Tijdens die bijeenkomst spreekt de KNMP in. De apothekersorganisatie wijst erop dat verdere uitstroom van vitamine D uit het verzekerd pakket voor de zorgverzekering niet tot besparingen leidt, maar juist tot extra uitgaven. Daarnaast zullen op individueel niveau sociaaleconomische gezondheidsverschillen toenemen.
Aanleiding voor het aanvullend pakketadvies is een verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Op basis van een advies van het Zorginstituut uit 2016 is vitamine D in 2019 al deels uit het basispakket gehaald, samen met middelen zoals paracetamol 1000 mg, kalktabletten en foliumzuur. Doordat er nu substitutie is opgetreden naar vitamine D-middelen die wel in het basispakket zitten, wordt de pakketmaatregel uit 2019 volgens het ministerie "tenietgedaan, hetgeen ongewenst is".
In eerdere consultatierondes over dit aanvullend pakketadvies heeft de KNMP al haar zorgen geuit over de gevolgen van deze uitstroom. In navolging daarvan heeft de ACP de conclusie getrokken om bij het besluit over vitamine D een algemene redeneerlijn te gaan hanteren over wat voor eigen rekening kan komen, wat de relatie is het met het eigen risico en wat dit betekent voor de toegankelijkheid. De KNMP ziet deze redeneerlijn niet terug in het aanvullend pakketadvies.
Dit advies blijft beperkt tot het voorstel om vitamine D uit het verzekerde pakket te halen, waarbij overigens niet duidelijk wordt wat dit gaat betekenen voor andere geneesmiddelen van een vergelijkbaar prijsniveau die ook onderdeel uitmaken van beroepsrichtlijnen van voorschrijvers. Eind vorig jaar besloot het Zorginstituut, na overleg met de ACP, dat de bredere discussie over wat voor eigen rekening kan komen los moet worden gekoppeld van het advies over de vitamine D-middelen. De KNMP denkt dat dit niet kan en heeft dat begin dit jaar ook aangegeven.
Ook aan eerder ingebrachte punten vanuit de KNMP, die in een eerder stadium gehoor vonden bij de ACP, wordt in het aangepast pakketadvies niet of nauwelijks aandacht besteed. Het gaat dan om de volgende punten:
- Het feit dat de noodzakelijke begeleiding van huisarts en apotheker niet ter discussie staat, maar dat het Zorginstituut bij uitstroom van het middel uit het verzekerd pakket er wel vanuit gaat dat de bekostiging daarvan vervalt;
- De toename van administratieve lasten doordat zorgverleners zich genoodzaakt zullen zien om telkens in hun dossiers goed vast te leggen dat zij vitamine D-gebruik voldoende hebben besproken met de betrokken patiënten en/of hun mantelzorgers, om (na ongelukken) ‘desgevraagd’ te kunnen aantonen dat zij conform de relevante richtlijnen/standaarden hebben gehandeld;
- Bepaalde groepen mensen zijn meer dan andere aangewezen op vitamine D en bepaalde groepen zijn minder makkelijk dan anderen in staat tot zelfzorg, zoals mensen met ordeningsproblemen die zijn aangewezen op een Geïndividualiseerde Distributievorm (GDV, medicijnrol).
De KNMP spreekt op vrijdag 8 april opnieuw in bij de ACP om onder meer bovenstaande argumenten onder de aandacht brengen. Ook andere beroepsorganisaties en patiëntenorganisaties zullen inspreken. Daarna zal de KNMP zich zo nodig richten op een debat in de Tweede Kamer over het Pakketbeheer. Deze vergadering is voor 9 juni 2022 voorzien. Er wordt verwacht dat een – nog nader te verschijnen – Kamerbrief over de uitstroom van vitamine D daar verder wordt besproken.