CBb stelt NZa in gelijk in zaak over prestatiebeschrijving GDV

22 november 2024
Opties

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het gelijk in een zaak over een prestatiebeschrijving rondom GDV. De uitspraak betekent dat apothekers en zorgverzekeraars zelf afspraken moeten maken over de manier waarop declaraties voor medicijnrollen worden ingediend. Omdat een aantal zorgverzekeraars in hun inkoopbeleid voor 2025 al hebben aangegeven uitsluitend voor een declaratie per medicijnrol te kiezen, verwacht de KNMP dat geneesmiddelen in de GDV per rol bekostigd zullen blijven. 

De KNMP en de ASKA spanden de zaak aan in vervolg op een eerdere uitspraak van het CBb uit november 2023, waarin de KNMP in het gelijk was gesteld. Doordat de NZa destijds een nieuw declaratievoorschrift had ingevoerd, konden apothekers alleen nog declareren voor het geheel aan geneesmiddelen in een medicijnrol, in plaats van per individueel geneesmiddel. Dit voorschrift werd door het CBb echter (voorlopig) buiten werking gesteld, omdat het niet gebaseerd was op zorgvuldig onderzoek en dus niet draagkrachtig gemotiveerd was.  Naar aanleiding van die uitspraak heeft de NZa het betwiste declaratievoorschrift definitief verwijderd. De declaratiesystematiek van voor 2023 werd daarmee echter niet feitelijk hersteld. De nieuwe declaratiesystematiek die ten onrechte aan de apotheken is opgelegd, bleef daardoor in stand. Dat was aanleiding voor de KNMP om samen met de ASKA opnieuw naar het CBb te gaan

De KNMP en de ASKA wilden dat het CBb zou bepalen dat er vanaf 1 januari 2023 weer uitsluitend per geneesmiddel gedeclareerd kon worden, zodat de feitelijke situatie van voor het buiten werking gestelde NZa-besluit zou worden hersteld. Het CBb oordeelde echter dat er in 2022 geen specifiek voorschrift bestond over de manier van declareren voor medicijnrollen. Dit betekent dat het destijds was toegestaan zowel declaratie per geneesmiddel als voor het geheel aan geneesmiddelen in de medicijnrol destijds was toegestaan. Nu de NZa het declaratievoorschrift heeft verwijderd, is het volgens het CBb aan apothekers en zorgverzekeraars om te kiezen voor een van beide systemen. Het feit dat de NZa met het in december 2021 genomen besluit tot invoering van het inmiddels geschrapte declaratievoorschrift een bekostiging per rol heeft afgewogen, betekent niet dat de NZa die situatie moet terugdraaien. 

Het CBb erkent dat de invoering en het latere schrappen van het declaratievoorschrift tot een verslechterde onderhandelingspositie voor apothekers heeft geleid. Maar omdat eventuele schade zich alleen op individueel niveau voordoet, acht het CBb het niet nodig dat de NZa deze schade onderzoekt of compenseert. Apothekers die onredelijke contractafspraken met zorgverzekeraars ervaren, kunnen volgens het CBb naar de civiele rechter stappen.

Lees hier de CBb-uitspraak