De contra-indicatie diabetes mellitus is herzien. De KNMP en Health Base hebben de medicatiebewaking geactualiseerd. Dit draagt bij aan verbeterde medicatieveiligheid en vermindert signaalmoeheid.
Bij de contra-indicatie diabetes mellitus wordt beoordeeld of bepaalde geneesmiddelen niet of slechts onder bepaalde voorwaarden gebruikt mogen worden door patiënten met diabetes mellitus. Er zijn 36 geneesmiddel(groepen) opnieuw beoordeeld. Per 1 december worden 13 van deze 36 uitgezochte groepen in zowel de G-standaard als in de Pharmabase bewaakt (zie tabel 1).
De volledige achtergrondinformatie en beoordelingsrapporten zijn te raadplegen via Commentaren Medicatiebewaking en de KNMP Kennisbank.
Relevantie invloed geneesmiddel op diabetes
Voorafgaand aan de herziening is een kader opgesteld om te beoordelen wanneer de invloed van een geneesmiddel op diabetes mellitus klinisch relevant is. Het volgende is hierbij meegenomen:
- toename van hypo- of hyperglykemieën;
- veranderingen in de glucosespiegel of het HbA1c;
- aanpassingen in diabetesmedicatie;
- toename van micro- of macrovasculaire complicaties.
Aan de hand van dit kader is per geneesmiddel(groep) een rapport uitgewerkt. Deze rapporten zijn voorgelegd aan de multidisciplinaire werkgroep Contra-indicaties aandoeningen van Health Base en de KNMP. Daarnaast zijn enkele internisten geraadpleegd.
Extra waarschuwing bij verstrekken geneesmiddelen aan patiënt met diabetes
Soms mag een geneesmiddel alleen onder bepaalde voorwaarden of controles worden toegepast bij een bepaalde contra-indicatie. Voor geneesmiddelen in de tweede lijn kan het zijn dat deze voorwaarden of controles in de behandelprotocollen van het ziekenhuis zijn opgenomen. Aangezien de controle onderdeel is van de protocollaire toepassing van het geneesmiddel, is het niet nodig om een extra signaal te tonen.
Bij diabetes mellitus heeft de patiënt echter een grote rol in de behandeling. Veel patiënten meten zelf hun bloedglucose en kunnen daar hun behandeling op aanpassen. Daarom heeft bij het verstrekken van geneesmiddelen aan patiënten met diabetes een extra signaal wel meerwaarde. Ondanks dat er sprake is van geprotocolleerde zorg, zijn er daarom een aantal geneesmiddelgroepen waarbij een signaal getoond wordt. Een voorbeeld hiervan is alpelisib.
Tabel 1. Geneesmiddel(groepen) die na de herziening worden bewaakt bij de contra-indicatie diabetes mellitus.
Geneesmiddel(groep) | Effect | Advies |
Acipimox | Hypoglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel in de eerste week kan dalen |
Alpelisib | Hyperglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan stijgen |
Androgenen | Ontregeling bloedglucose | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan ontregelen bij starten/stoppen |
Atypische antipsychotica | Hyperglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan stijgen |
Disopyramide | Hypoglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan dalen |
Glucocorticoïden (systemisch) |
Hyperglykemie | Instrueer patiënt de bloedglucosespiegel extra te controleren de eerste dagen na starten/stoppen |
Gonadoreline-agonisten | Verslechtering diabetescontrole | Bij prostaatcarcinoom: informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan ontregelen Andere indicaties: geen actie |
HIV-proteaseremmers | Hyperglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan stijgen |
(Hydroxy)chloroquine | Hyperglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan dalen |
Mecasermine | Hypoglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan dalen |
Pentamidine | Hypoglykemie | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan ontregelen |
Thyreomimetica en -–statica | Ontregeling bloedglucos | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan ontregelen |
Tyrosinekinaseremmers | Ontregeling bloedglucos | Informeer patiënt dat bloedglucosespiegel kan ontregelen |