Doorgeleverde bereidingen met magnesium, kalium en zink blijven ook in 2025 vergoed als de patiënt deze ter hand gesteld krijgt door de openbare apotheek. Dat is na overleg tussen het ministerie van VWS en het Zorginstituut Nederland besloten.
Voor de doorgeleverde bereidingen met magnesium, kalium en zink geldt op dit moment de aanspraak farmaceutische zorg. Vanaf 2025 zou voor deze groep middelen de aanspraak geneeskundige zorg gelden. Omdat op dit moment een aantal fundamentele vragen nog onvoldoende beantwoord zijn, is besloten om de huidige situatie in 2025 te continueren.
Evenals in 2024 gelden voor 2025 de volgende afspraken:
Evenals in 2024 gelden voor 2025 de volgende afspraken:
- Voor magnesiumgluconaat tablet 500 mg en magnesiumlactaat tablet 350 mg geldt dat het eerste recept afkomstig is van een internist/MDL-arts of (kinder)nefroloog. En de patiënt is bekend met renale hypomagnesiëmie of hypomagnesiëmie ten gevolge van chemotherapie of short bowel syndroom.
- Voor kaliumcitraat capsule 500 mg geldt dat de patiënt bekend is met niersteenlijden of renale tubulaire acidose.
- Voor magnesiumcitraat capsule 376 mg geldt dat het eerste recept afkomstig is van een internist/MDL-arts of (kinder)nefroloog.
- Voor kaliumcitraat (0,33 mmol/ml en 0,57 mmol/ml) en magnesiumgluconaat (41,5 mg/ml en 45 mg/ml) dranken geldt dat ze naast de bovengenoemde voorwaarden alleen worden vergoed bij patiënten met slikproblemen en kinderen jonger dan 12 jaar.
- Voor zinksulfaat capsule 200 mg geldt dat de patiënt bekend is met het syndroom van Danbolt of ziekte van Wilson.
- Voor zinksulfaat drank 10 mg/ml geldt dat het alleen wordt vergoed voor kinderen jonger dan 7 jaar.
Deze doorgeleverde bereidingen mineralengeneesmiddelen worden door specifieke patiëntengroepen gebruikt als therapeutisch middel en niet als voedingssupplement.