Eén op zeven krijgt bij leveringsprobleem geneesmiddel met andere werkzame stof

30 mei 2024
Opties

In één op de zeven gevallen krijgt de patiënt een geneesmiddel met een andere werkzame stof als er naar een alternatief moet worden gezocht. Dat blijkt uit een analyse die de KNMP door de Stichting Farmaceutische Kengetallen liet uitvoeren. Voor de patiënt betekent de, door leveringsproblemen gedwongen, overzetting naar een andere werkzame stof mogelijk een suboptimale behandeling. Voor apothekers en voorschrijvers leidt dit alles tot extra werkzaamheden.

De KNMP biedt met de impactanalyse een dieper inzicht in de tekortencijfers. Dat de tekorten vele patiëntengroepen raken, bleek al eerder dit jaar. De apothekersorganisatie KNMP brengt daarom met een verdiepende analyse in kaart wat de impact is van een omzetting naar een alternatief om een leveringsprobleem op te vangen. Daarin staat de impact op patiënt, apotheker en voorschrijver centraal.

In ruim één op de vijf gevallen moet de patiënt moet worden overgezet naar een geneesmiddel met een andere sterkte of vorm, zo blijkt voorts uit de analyse. Daarbij wordt de patiënt mogelijk geconfronteerd met meerkosten die via het eigen risico van de zorgverzekering moeten worden betaald. Dat gebeurt in ieder geval als het alternatieve medicijn niet als preferent is aangewezen door de zorgverzekeraar. Voor apotheker en voorschrijver betekenen de omzettingen naar een andere sterkte of vorm ook de inzet van extra tijd die besteed moet worden aan overleg en logistieke handelingen.

Zelfs bij een ogenschijnlijk eenvoudige omzetting naar een ander merk, komt het nodige kijken. Een omzetting naar een ander merk is het geval bij vijftig procent van de leveringsproblemen. Dit kan leiden tot verkeerd gebruik en verminderd vertrouwen van de patiënt. Ook kost het apotheker en voorschrijver extra tijd aan overleg en uitleg aan de patiënt.