Herziene richtlijn Diarree in de palliatieve fase

Wanneer een medicamenteuze behandeling is geïndiceerd, zijn de belangrijkste aanbevelingen:  

• Voor symptomatische behandeling heeft loperamide de voorkeur. Bij acute diarree eerst 4 mg, daarna 2 mg na elke defecatie, max. 16 mg per dag. Bij chronische diarree 1-6dd 2 mg;
• Antibiotica worden ontraden bij acute infectieuze diarree zonder bijkomende ziekteverschijnselen; 
• Als loperamide onvoldoende werkt kan bij chronische diarree een opioïde zoals morfine 1-6dd 5 mg worden overwogen;
• Bij ernstig zieke patiënten met algemene ziekteverschijnselen of een gecompromitteerd immuunsysteem, kan worden overwogen: azitromycine 500 mg 1dd gedurende drie dagen.

Het WSO-bestuur ziet met de komst van de herziene richtlijn kansen voor de apotheker in de regionale samenwerking. Zo kunnen apothekers met andere zorgverleners, bijvoorbeeld in een FTO, de volgende zaken bespreken: 

• de rol van de apotheker bij palliatieve patiënten (zorg rondom medicatie, zoals advies over afbouwen van bepaalde medicatie); 
• het belang dat de apotheker de indicatie weet van de betreffende medicatie, zodat hij zijn medicatiebewaking en consult of uitgifte-informatie hierop kan aanpassen; 
• het belang van de apotheker om te weten dat de patiënt palliatief is. 

De richtlijn Diarree in de palliatieve fase is tot stand gekomen op basis van input van zorgprofessionals, patiënten en naasten en biedt zo een antwoord op vragen in de praktijk. Daarnaast is de richtlijn waar mogelijk gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten en sluit deze zoveel mogelijk aan op bestaande richtlijnen van de verschillende relevante beroepsgroepen. 

In de app PalliArts voor Android en iOS is een samenvatting van de richtlijn te vinden. Informatie voor patiënten is beschikbaar op de website ‘over palliatieve zorg’.