Hogere getalsgrens intern toezicht levert belangrijke bijdrage aan lastenvermindering

17 april 2025
Opties

Bij haar aantreden heeft minister Agema aangegeven dat vermindering van administratieve lasten voor zorgverleners voor haar een ‘heilig doel’ is. De verhoging van de getalsgrens op intern toezicht, die vanaf 1 juli 2025 ingaat, is een belangrijke stap om dit te bereiken.

De Eerstelijnscoalitie (ELC), opgericht om gezamenlijk aandacht te vragen voor de gevolgen van administratieve lastendruk voor eerstelijnsaanbieders, heeft altijd gepleit voor een verhoging van de getalsgrens voor het inrichten van intern toezicht.

Waarom verhoging getalsgrens een goede stap is 

  • Intern toezicht is niet passend voor eerstelijnszorg. De omvang en inrichting van praktijken in de eerstelijnszorg is heel anders dan de veelal grootschalige tweedelijnszorginstellingen, zoals ziekenhuizen. De getalsgrens van 50 zorgverleners past beter bij de aard en omvang van de eerstelijnszorg.
     
  • De verplichting is disproportioneel. Eerstelijnszorgaanbieders zijn vaak kleinschalig georganiseerd en daarom, in vergelijking met grote zorgaanbieders, onevenredig veel tijd en energie en geld kwijt aan een verplichting als intern toezicht. De getalsgrens van 50 zorgverleners is daarom meer passend voor de eerstelijnszorg.
     
  • De getalsgrens van 50 sluit aan bij WOR. In de Wet op Ondernemingsraden (WOR) geldt een getalsgrens van 50 medewerkers, met als motivatie ‘dat administratieve beperkingen de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen niet in de weg moet staan’. Dit geldt evenzeer voor de eerstelijnszorg.
     
  • Veel zorgaanbieders in de eerstelijn kennen al een vorm van vrijwillige zelfregulatie.
     
  • Sinds 1 januari 2025 zijn alle zorgaanbieders verplicht om bij het toetreden tot de markt een toelatingsvergunning aan te vragen. Hiervoor is er al meer toezicht aan ‘de voorkant’ ingeregeld.

Met de verhoging van de norm van meer dan 25 zorgverleners naar meer dan 50 zorgverleners wordt volgens de ELC daarom meer recht gedaan aan de aard en omvang van kleine(re) praktijken in de eerstelijnszorg, zoals in andere wetgeving reeds gebruikelijk is. Ook wordt hiermee disproportionele lastendruk voorkomen, hetgeen zeer belangrijk is voor de veelal kleinschalige georganiseerde praktijken in de eerstelijnszorg.

Over de Eerstelijnscoalitie 

De Eerstelijnscoalitie (ELC) bestaat uit acht eerstelijnsorganisaties: KNMP (apothekers), KNMT (tandartsen), KNOV (verloskundigen), LHV (huisartsen), LVVP (vrijgevestigde

psychologen en psychotherapeuten), NVM (mondhygiënisten), NVvP (podotherapeuten) en ONT (tandprothetici). Verenigd in de Eerstelijnscoalitie vragen deze organisaties aandacht voor de toename en de stapeling van administratieve lasten voortvloeiend uit wet- en regelgeving.