De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Landelijk Coördinatiecentrum Geneesmiddelen (LCG) treffen maatregelen om tekorten van de middelen tocilizumab en sarilumab tegen te gaan. Dat meldt demissionair minister De Jonge (VWS) in een Kamerbrief en de IGJ op haar website. Het LCG heeft een gefaseerde aanpak opgesteld waarin adviezen worden uitgebracht over de inzet van deze middelen. De IGJ staat tijdelijk toe dat ziekenhuisapothekers hun voorraad mogen uitwisselen om tekorten te voorkomen.
De Inspectie meldt in haar nieuwsbericht dat beide middelen zijn geregistreerd voor onder andere de behandeling van verschillende vormen van reuma, maar ten tijden van de coronapandemie ook off-label worden ingezet bij ernstig zieke COVID-19-patiënten. Daardoor is een verhoogde wereldwijde vraag naar deze IL-6 remmers ontstaan. Het opschalen van de productie, inschakelen van andere producenten of eigen bereiding via apotheken biedt volgens demissionair minister De Jonge geen uitkomst. De bewindspersoon meldt dat de verminderde beschikbaarheid in ieder geval tot half december 2021 aanhoudt.
In het advies van het LCG zijn drie fases onderscheiden, die kunnen ingaan afhankelijk van de mate van beschikbaarheid aan IL-6 remmers. Deze fasering waarborgt om, naargelang de voorraadsituatie en behoefte, zowel patiënten voor de geregistreerde indicaties COVID-19-patiënten in te kunnen behandelen. Fase één gaat per direct in: patiënten met COVID-19 worden behandeld met sarilumab. Deze fase heeft geen gevolgen voor de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis en de overige geregistreerde indicaties. Verder heeft de IGJ besloten dat de geneesmiddelen tocilizumab en sarilumab – onder voorwaarden - tijdelijk mogen worden uitgewisseld tussen ziekenhuisapothekers.