Het kabinet wil de pandemische paraatheid van Nederland verbeteren door in te zetten op het versterken van de leveringszekerheid van medische producten. In een brief aan de Tweede Kamer maakt minister Kuipers (VWS) zijn plannen bekend. De bewindspersoon wil afhankelijkheden verminderen in de productie- en toeleveringsketens, opschaalbare productie in Nederland versterken en monitoring, coördinatie en regie verbeteren. Tot en met 2026 wordt 670 miljoen euro uitgetrokken om de pandemische paraatheid te versterken.
Om afhankelijkheden in de productie- en toeleveringsketens van medische producten te verminderen, zet minister Kuipers vooral in op een gezamenlijke Europese agenda. In EU-verband wordt geïnvesteerd in het stimuleren van productie dicht bij huis, en in diversificatie van toeleveringsketens. Daarnaast wil de bewindspersoon een opschaalbare productie in Nederland versterken. Daarvoor brengt minister Kuipers momenteel het bestaande productielandschap voor geneesmiddelen in kaart. In het voorjaar van 2023 rondt het ministerie van VWS deze analyse af. Als laatste wil de bewindspersoon een betere monitoring-, coördinatie- en regiestructuur rondom medische hulpmiddelen inrichten. Op EU-niveau gaat het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) en de Europese gezondheidscrisisorganisatie (HERA) daarmee aan de slag. Ook in Nederland wil de minister sneller zicht hebben, en adequaat reageren, op potentiële beschikbaarheidsproblemen.
Naast het versterken van de leveringszekerheid van geneesmiddelen wil minister Kuipers in het kader van de pandemische paraatheid ook het vaccinatiestelsel onder de loep nemen. Het kabinet is voornemens om de vaccinatievoorziening in de toekomst bij de GGD-en te organiseren. Het RIVM doet momenteel een uitvoeringstoets. Daarin wordt ook onderzocht of er via de GGD-en voldoende laagdrempelige toegang is tot de vaccinatie. Eerder heeft staatssecretaris Van Ooijen (VWS) aangegeven dat – als GGD-en regionaal daarvoor kiezen – apothekers in een ‘verlengde arm’-constructie een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van vaccinaties. In de RIVM-uitvoeringstoets zal gaan blijken onder welke voorwaarden dit invulling kan krijgen.