De Tweede Kamer heeft bij de bespreking over de initiatiefnota ‘geneesmiddelen weer binnen handbereik’ gesproken over een aantal oplossingsrichtingen voor een betere beschikbaarheid. Er is voorgesteld om het preferentiebeleid aan te passen, onderzoek te gaan doen of de prijsstelling in Nederland van generieke geneesmiddelen ten opzichte van Duitsland en België invloed heeft op geneesmiddelentekorten, het verruimen van het magistraal bereiden en collegiaal doorleveren van geneesmiddelen.
Tekorten kennen vele oorzaken
Onderzoeksbureau Gupta Strategists presenteerde vrijdag 4 oktober in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland een onderzoek naar de oorzaken van het tekort aan geneesmiddelen. De belangrijkste conclusie is dat tekorten vaak door combinaties van factoren ontstaan maar ook dat het huidige preferentiebeleid niet helpt om dit tekort snel op te lossen. Het beleid vormt vooral een probleem wanneer meerdere verzekeraars hetzelfde geneesmiddel als preferent aanwijzen, waardoor er bij een tekort vrijwel geen alternatief meer voorhanden is.
Om de beschikbaarheid te verbeteren heeft de KNMP meerdere keren oplossingsrichtingen aangegeven: modernisering van het preferentiebeleid (meerdere preferentiemiddelen aanwijzen), een ijzeren voorraad voor kritische geneesmiddelen en het dichter bij huis brengen van de productie.
De zorgverzekeraars zien naar aanleiding van dit onderzoek nu ook een rol voor zichzelf weggelegd en zijn bereid om: bij een dreigend tekort het preferentiebeleid los te laten, onderzoek te doen naar de onderkant van de markt, en een veiligheidsvoorraad van twee weken mee te financieren.
De minister gaf in het debat aan dat de mogelijkheid om twee of meerdere preferente middelen aan te wijzen al zonder succes is uitgeprobeerd door de verzekeraars. De minister wil ook gaan kijken naar een zogenaamde dakpansgewijs aanbesteden. Dat houdt in dat zorgverzekeraars om en om inkopen en daarbij kijken naar wat de andere zorgverzekeraars hebben gedaan om zo te voorkomen dat ze allemaal hetzelfde product aanschaffen. Bij een dreigend tekort kan eenvoudiger worden overgeschakeld naar een ander middel. De minister zal aan het einde van dit jaar schriftelijk de details bekend maken.
Aanpak knelpunten magistraal bereiden
De Kamerleden en de minister waren het erover eens dat magistrale bereiding in de meeste gevallen niet de oplossing voor tekorten zal zijn. Desondanks hecht men belang aan het oplossen van de problemen die bij bereidende apotheken ontstaan. De KNMP heeft hierover een knelpuntennotitie aangeboden aan de minister waarin aandacht wordt gevraagd voor de vergoedingen, de administratieve lasten en het eenvoudiger maken van collegiaal doorleveren. De minister gaat deze problemen aanpakken op basis van aanvullende consultaties met belanghebbenden. Ze verwacht de beleidsregels in het eerste kwartaal van 2025 nader uitgewerkt te hebben. Daarin zal zij ook haar opvatting geven over het bereiden van geneesmiddelen die onder een patent of eigendomsrechten vallen.
Ontpillen en alternatieve bekostiging
In de Toekomstvisie van de minister, die eind dit jaar het licht zal zien, zal zij nader ingaan op de bekostiging van de openbare apotheken in het kader van ontpillen. In overleg met het veld wil zij kijken of er alternatieve mogelijkheden zijn. Populatiebekostiging is één van die mogelijkheden, aldus Agema, maar elk systeem heeft volgens haar voor- en nadelen. Deze toezegging was voor de Tweede Kamer niet voldoende. Aanleiding vormde de dringende wens van de Kamer om met maatregelen voor ontpillen te komen. Het huidige bekostigingssysteem belemmert dat, volgens Kamerlid Van Dijk (CDA). Zij kwam met een motie waarin de minister de opdracht krijgt om met de KNMP en ZN verder in overleg te treden om met een oplossing te komen. De minister laat deze motie over aan het oordeel van de Kamer, waarmee zij aangeeft geen problemen met het voorstel te hebben. Parallel hieraan lopen onderzoeken of de doelen van de eerstelijns apotheekzorg nog passen bij de bekostiging.