KNMP en Health Base publiceren per 1 juli 2023 de eerste medicatiebewakingsadviezen bij de contra-indicatie pulmonale hypertensie. Het was eerder niet mogelijk om medicatiebewaking uit te voeren voor deze contra-indicatie. De medicatiebewakingsadviezen zijn na publicatie beschikbaar via de G-Standaard en Pharmabase.
Voor de contra-indicatie pulmonale hypertensie is beoordeeld of bepaalde geneesmiddelen niet of slechts onder bepaalde voorwaarden gebruikt mogen worden bij patiënten met pulmonale hypertensie. De volledige achtergrondinformatie en beoordelingsrapporten zijn te raadplegen via Commentaren Medicatiebewaking en de KNMP Kennisbank.
Bij welke patiënten kan de contra-indicatie pulmonale hypertensie worden vastgelegd?
De medicatiebewakingsadviezen zijn uitsluitend van toepassing op patiënten met pulmonale arteriële hypertensie (PAH) of met chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH). Bij pulmonale hypertensie als gevolg van een pulmonale of cardiologische aandoening verergeren de klachten doordat de onderliggende aandoening verslechtert. De onderliggende aandoening is in veel gevallen al een bestaande contra-indicatie, zoals bijvoorbeeld hartfalen, slaapapneu, COPD of astma. De KNMP en Health Base adviseren daarom om deze contra-indicatie alleen bij PAH en CTEPH vast te leggen. Meer informatie over pulmonale hypertensie en een overzicht van de verschillende vormen is te vinden via Commentaren Medicatiebewaking en de KNMP Kennisbank.
Geneesmiddelen die invloed hebben op pulmonale hypertensie
Vooralsnog mogen de volgende geneesmiddelen niet of alleen onder voorwaarden worden toegepast bij patiënten met de contra-indicatie pulmonale hypertensie:
-
Diltiazem en verapamil kunnen ernstige cardiale bijwerkingen veroorzaken bij patiënten met pulmonale hypertensie. Beide mogen daarom in principe niet worden gebruikt. Diltiazem heeft bij een kleine groep patiënten met PAH een gunstig effect. Diltiazem mag daarom op voorschrift van een cardioloog of longarts uit een expertisecentrum voor pulmonale hypertensie wel worden gebruikt.
-
Dopamine kan de pulmonale vaten vernauwen en wordt daarom bij voorkeur niet gebruikt bij patiënten met pulmonale hypertensie. Als er geen alternatief mogelijk is, dient dopamine uitsluitend toegepast te worden onder strikte hemodynamische controle.
De overige rapporten voor pulmonale hypertensie worden komend najaar voorgelegd aan de multidisciplinaire werkgroep Contra-indicaties aandoeningen van Health Base en de KNMP.