Hoe komen we tot een nieuw gesprek over verantwoording in de zorg? Deze vraag stond centraal bij het Politiek Café dat de Eerstelijnscoalitie organiseerde op 7 februari. Tweede Kamerleden, zorgaanbieders en stakeholders gingen met elkaar in gesprek en verkenden de mogelijkheden.
Groeiende lastendruk
De administratieve lastendruk in de eerstelijnszorg is hoog. En wordt niet minder. Loubna Boufrach (Bouf Legal) gaf namens de Eerstelijnscoalitie inzicht in het probleem. “We zien dat zorgaanbieders structureel minder tijd hebben voor hun patiënten door een stapeling van verplichtingen die voortkomen uit (nieuwe) wetgeving, of wetten die elkaar zelfs deels overlappen. Dat leidt tot een hogere werkdruk, minder werkplezier en uiteindelijk zelfs tot uitval. We snappen dat fraude met zorggeld moet worden bestreden, maar is dit de manier? Wij denken van niet. Er moet iets gebeuren anders kunnen we in de toekomst niet meer de zorg leveren die nodig is.”
Steeds nieuwe regels
Drie eerstelijnszorgaanbieders vertelden wat de impact is van alle regelgeving in de praktijk. Verloskundige Mariëlle van Kleef: “Er komt steeds weer iets nieuws bij. Dan moet ik gaan uitzoeken waar ik allemaal aan moet voldoen, kijken wie me kan helpen. Terwijl ondertussen de wachtkamer vol zit.” Huisarts Arina Klokke maakt zich vooral zorgen over haar jonge collega’s. “Ik ben al 27 jaar huisarts, ik red me wel. Maar voor een starter is het niet te overzien.” Tandarts Ellemieke Hin: “We moeten meer zorg leveren met minder handen. Dan is het handig als die handen een gaatje kunnen vullen en niet met administratie bezig zijn.”
Van wantrouwen naar vertrouwen
Het moet anders, daar waren alle aanwezigen bij het Politiek Café het over eens. Onder leiding van gespreksleider Donatello Piras gingen zij in discussie over de vraag hoe dit te doen. René Claassen (PVV) pleitte ervoor allereerst het vertrouwen in de zorgverlener te herstellen. “Vertrouw de zorgverlener. De meesten doen het goed of willen het goed doen.” Ook Julian Bushoff (PvdA/GL) was die mening toegedaan. “Een concreet voorbeeld is de jaarverantwoording. Die gaat teveel uit van wantrouwen. Het is aan ons politiek om concreet handen en voeten te geven aan de kreet ‘minder wantrouwen en meer vertrouwen’, en ervoor te zorgen dat de jaarverantwoording er echt anders uit komt te zien.”
Bruikbare rapporten
Jacqueline van den Hil (VVD) pleitte voor concrete actie. “Laten we stoppen met praten en gaan doen. Desnoods sluit je alle belanghebbenden – politiek, zorgaanbieders, verzekeraars – vier weken op. Dan gaan we alle wetten langs en kijken we wat er weg kan of kan worden samengevoegd.” Ook Daniëlle Jansen van NSC wil aan de slag: “Er zijn bruikbare rapporten met bruikbare stappen. Die moeten we oppakken en uitvoeren. Om er meer vaart achter te zetten, pleiten wij voor iemand met doorzettingsmacht om te zorgen dat het proces in een stroomversnelling komt. Iemand die zicht heeft op het geheel.”
Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Haar pleidooi sloot aan bij het advies ‘Is dit wel verantwoord?’ van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), dat onlangs is gepubliceerd. In dit advies schetst de RVS een routekaart naar een nieuwe manier van verantwoording. Antoinette Reerink (RVS): “De hoofdboodschap van het rapport is dat alle hoofdrolspelers in het verantwoordingsproces elkaar in feite in een houdgreep houden en de neiging hebben om naar elkaar te verwijzen. We moeten dit dus met elkaar doen in een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Dat gaat verder dan een lijstje van een paar regels die we kunnen schrappen.”
Werken aan vertrouwen
Hoe nu verder? Eric Janson (KNMP) gaf aan het eind van de bijeenkomst, namens de Eerstelijnscoalitie, aan blij te zijn met het constructieve gesprek. “Ik zie bij alle partijen de wens om met elkaar het gesprek aan te gaan en te werken aan vertrouwen. We moeten iets gaan doen. Dat begint bij vaker nee zeggen. Nee, we gaan niet verder. Nee, we gaan niet in die regelreflex zitten bij een incident. Laten we in dialoog blijven en samen kijken hoe we kunnen komen tot een betere balans tussen verantwoorden en vertrouwen.”