De apotheker weet als medicatiespecialist alles over geneesmiddelen. Bijvoorbeeld over het combineren van geneesmiddelen, maar ook over het voorkomen van bijwerkingen. Wat doet de apotheker nog meer? Dat leest u hier.
Achter de schermen bij het recept
Stap 1: het recept komt binnen bij de apotheek
De huisarts heeft het recept naar de apotheek gestuurd, of de patiënt komt binnen met het recept bij de apotheek. De apothekersassistent aan de balie neemt het recept dan aan en verwerkt dit in het patiëntendossier. Vervolgens vindt er medicatiebewaking plaats: er wordt gecontroleerd of de patient de geneesmiddelen veilig kan gebruiken.
De apotheker controleert of de geneesmiddelen veilig zijn voor de patiënt en of de behandeling voldoende effect heeft. Een aantal vragen staan hiervoor centraal.
Veiligheid geneesmiddelen
- Kan het geneesmiddel goed samen met andere medicatie die de patiënt reeds gebruikt? De apotheker let op de wisselwerking van geneesmiddelen. Sommige geneesmiddelen gaan elkaars werking namelijk tegen, waardoor andere medicatie niet goed werkt of waardoor ze elkaar juist versterken. Een patiënt kan dan meer last krijgen van bijwerkingen.
- Is het geneesmiddel ook veilig voor de situatie van de patiënt? Bijvoorbeeld wanneer hij bepaalde andere aandoeningen of klachten heeft? Sommige geneesmiddelen zijn namelijk minder geschikt voor mensen met een hoge bloeddruk. Maar patiënten kunnen ook allergisch zijn voor bepaalde medicatie, of zwanger zijn. Dan kunnen ze een aantal geneesmiddelen beter niet gebruiken.
- Is dit de juiste dosering voor de betreffende klachten? Een geneesmiddel kan namelijk voor verschillende klachten worden gebruikt, en voor elke klacht kan een andere dosering nodig zijn. De apotheker let hierop.
- Is dit de juiste dosering voor de patiënt? Voor volwassenen is een andere hoeveelheid geneesmiddel nodig dan voor kinderen of kwetsbare ouderen. Ook kan de dosering afhangen van het lichaamsgewicht of van de nierfunctie.
- Gebruikt de patiënt de geneesmiddelen voldoende lang, en ook niet langer dan nodig is? De apotheker bekijkt of de duur van de behandeling goed is voor de klacht.
Effect behandeling
- Is het voorgeschreven geneesmiddel het beste voor de klacht of aandoening van de patiënt?
- Blijven de klachten niet langer bestaan dan zou moeten?
- Hoe gaat het met de behandeling? De apotheker probeert te achterhalen of er problemen zijn met de behandeling, met bijwerkingen of bij het innemen van medicatie.
Stap 2: de medicatie wordt gepakt of gemaakt
Als alles klopt en in orde is gemaakt, wordt het etiket gedrukt en gaat de apothekersassistent de medicatie pakken. Voordat de assistent het middel meegeeft, vindt er nog een tweede controle plaats. Door middel van de barcode op het doosje, of door een tweede apothekersassistent. Deze controleert of het recept, het etiket en het geneesmiddel kloppen. Voor extra veiligheid.
De apothekersassistent geeft bij het overhandigen van de medicatie instructies aan de patiënt. Een geneesmiddel kan namelijk alleen goed werken wanneer de patiënt het middel goed gebruikt: op het juiste tijdstip, op de juiste manier en in de juiste hoeveelheid. Zo geeft de apothekersassistent advies over:
- het gebruik van het middel en de werking ervan;
- eventuele bijwerkingen en wisselwerkingen;
- waarom het belangrijk is om het geneesmiddel op de voorgeschreven manier in te nemen;
- de bijsluiter.
Stap 3: het recept wordt opgeruimd en aan het eind van de dag gecontroleerd
De apothekersassistent ruimt het recept op nadat de medicatie is meegegeven en de vragen van de patiënt zijn beantwoord. Vervolgens controleert de apotheker aan het einde van de dag alle recepten nog een keer.
Gepast advies
Apothekers en apothekersassistenten hebben verstand van geneesmiddelengebruik. En wat ze niet weten, zoeken ze op. Patiënten kunnen zonder afspraak binnenlopen met vragen over:
- de geneesmiddelen die ze gebruiken;
- de werking, bijwerkingen en wisselwerkingen;
- geneesmiddelen en autorijden;
- geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding;
- kleine kwaaltjes en vrij verkrijgbare geneesmiddelen;
- het omgaan met wondverzorgingsproducten, hulpmiddelen bij diabetes, hulpmiddelen voor oogdruppelen, een inhalatieapparaat, enzovoort;
- maatregelen en producten bij incontinentie;
- middelen voor hun huisapotheek en reisapotheek;
- vitaminepreparaten;
- maatregelen bij sportblessures;
- huidverzorging.
Daarnaast heeft iedere apotheek een spreekkamer. Patiënten kunnen daarin rustig met de apotheker over hun geneesmiddelen praten en hun vragen stellen.
Service
Patiënten kunnen op de apotheek rekenen, ook als informatiebron en als inleverpunt voor oude geneesmiddelen. De apotheker regelt dat er dag en nacht geneesmiddelen verkrijgbaar zijn. Ook hebben de meeste apotheken een bezorgservice. Welke service levert de apotheek nog meer?
- 24 uur toegankelijk. De meeste apotheken zijn open tussen 08.30 en 17.30 uur. In noodgevallen kunnen patiënten ook 's avonds, 's nachts en in het weekend bij de apotheek terecht, maar niet altijd bij hun eigen apotheek.
- Bezorging van geneesmiddelen. Bijvoorbeeld voor mensen die moeilijk naar de apotheek kunnen komen. Of voor mensen die hulp- en verbandmiddelen lastig kunnen vervoeren.
- Informatiematerialen leveren. De apotheker heeft gratis foldermateriaal over geneesmiddelen, ziekten, vrij verkrijgbare geneesmiddelen en tips bij kleine kwalen. Sommige apotheken nodigen regelmatig een schoolklas uit voor een kijkje in de apotheek. Apothekers kunnen ook lezingen in een buurthuis of voor een vereniging geven.
- Innameschema, doseerdoos en medicijnrol. De apotheker kan een innameschema maken voor patiënten die moeilijk onthouden wat ze wanneer moeten gebruiken. Ook kan de apotheker een doseerdoos aanbieden, zodat patiënten daarin hun medicatie voor de hele week kunnen verdelen en in één oogopslag kunnen zien of ze hun geneesmiddelen voor die dag of voor dat tijdstip al hebben gebruikt. In sommige situaties kan de medicatie ook in een medicijnrol geleverd worden. Hierin zitten zakjes met daarin afgepast de geneesmiddelen voor elk innamemoment.
- Op maat gemaakte geneesmiddelen. De meeste geneesmiddelen komen van een fabrikant, als standaard geneesmiddel. Maar als een middel niet in de handel is, kunnen apothekers en assistenten de geneesmiddelen op maat maken: oor- en oogdruppels, medicinale crèmes, zalf en allerlei aangepaste medicatie, zoals een geneesmiddel in een drank of zetpil voor een oudere die niet goed tabletten of capsules kan slikken.
- Oude geneesmiddelen inleveren bij de apotheek. De apotheek is er ook voor het inleveren van oude geneesmiddelen of middelen die patiënten niet meer gebruiken. Die horen namelijk niet in de vuilnisbak of de afvoer. De apotheker laat de medicatie vernietigen als chemisch afval.
- Thuiszorg. Patiënten die thuis worden verpleegd, kunnen rekenen op de zorg van de apotheker. De apotheker werkt samen met de arts en de thuiszorgorganisatie.
De apotheker kan adviseren en begeleiden als het gaat om geneesmiddelen, voeding en medische hulpmiddelen, zoals inhalatoren of incontinentiemateriaal en wondverzorging. - Projecten. Patiënten kunnen altijd bij hun apotheker terecht met vragen. Verder organiseren apotheken speciale informatieprojecten voor mensen met een bepaalde aandoening, zoals diabetes of astma. De apotheker zet dan verschillende activiteiten op touw, samen met hulpverleners op het terrein van die ziekte. Patiënten krijgen bijvoorbeeld een uitnodiging voor een persoonlijk gesprek over hun medicatie, of voor een informatiebijeenkomst.