Openbaar apothekers zijn zich tegenwoordig meer en meer bewust van de mogelijkheden van farmacogenetica. De apotheker is de medicatiespecialist bij uitstek en dient dan ook een leidende rol te nemen bij de verdere implementatie van farmacogenetica om geneesmiddelengebruik te optimaliseren. De apotheker kan zijn expertise prima inzetten tijdens een farmacogenetisch consult.
Geneesmiddelen werken niet, iets met DNA, onderzoeken, erfelijkheid en bijwerkingen, zijn termen die aan de apotheekbalie steeds vaker door patiënten worden genoemd. Dit is natuurlijk een direct gevolg van de toenemende interesse in de werking van onze genen, het in kaart brengen van het menselijk DNA en de informatie die via het reguliere nieuws, maar zeker ook op de diverse socials worden gedeeld. Ook het woord farmacogenetica wordt, weliswaar in verschillende contexten, steeds vaker genoemd.
Openbaar apothekers zijn zich tegenwoordig meer en meer bewust van de mogelijkheden van farmacogenetica. Van een brede landelijke toepassing van farmacogenetica in de eerste lijn is nog geen sprake, maar de praktijk wijst wel uit dat het aantal uitgevoerde farmacogenetische testen en de interesse van apothekers in farmacogenetica toenemen. De KNMP-werkgroep Farmacogenetica werkt al sinds 2005 aan systematisch literatuuronderzoek met het doel adviezen op te stellen over de afhandeling van gen-geneesmiddelinteracties. Deze adviezen zijn via de G-Standaard beschikbaar in de voorschrijfsystemen en (ziekenhuis)apotheekinformatiesystemen.
Om structureel in de openbare apotheek aan de slag te gaan met farmacogenetica, kunnen de volgende stappen worden doorlopen of als hulpmiddel worden gebruikt: introduceer het onderwerp bij de stakeholders, maak afspraken met de (huis)-artsen, zorg voor een adequate informatievoorziening naar patiënten, denk na over manieren om het consult uit te voeren, bespreek de testresultaten, koppel de resultaten terug naar de huisarts en zorg voor vastlegging en bewaking.