De apotheker is op grond van de Wet gebruik Burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-Z) verplicht om het burgerservicenummer (BSN) te gebruiken bij het uitwisselen van gegevens over de patiënt met andere zorgaanbieders en de zorgverzekeraar.
Het BSN wordt in de apotheek onder andere gebruikt om te verifiëren of het op het recept voorgeschreven geneesmiddel wordt verstrekt aan de juiste patiënt.
Op correspondentie die niet bedoeld is voor een andere deelnemer binnen de Wbsn-z, mag het BSN niet vermeld worden.
BSN toegestaan op (herhaal)recept en factuur
Het is toegestaan op het BSN te vermelden op een (herhaal)recept voor medicijnen. Daarnaast is het toegestaan om het BSN te vermelden op de factuur aan de zorgverzekeraar.
BSN niet op etiket
Het is niet toegestaan om het BSN samen met de NAW-gegevens en geboortedatum van de patiënt op het etiket van een medicijndoosje te vermelden. De gegevens op het apotheeketiket zijn bedoeld om enerzijds de patiënt voldoende te kunnen identificeren, anderzijds de patiënt van informatie te voorzien over correct en veilig gebruik van het geneesmiddel. De vermelding van het BSN op het apotheeketiket heeft voor de patiënt geen toegevoegde waarde.
Daarnaast is het vermelden van het BSN samen met de NAW-gegevens en de geboortedatum van de patiënt uit privacyoverwegingen niet toegestaan. De combinatie van BSN en de andere gegevens zijn een risico voor identiteitsfraude indien het geneesmiddeldoosje met het etiket in verkeerde handen komt. De beperkte ruimte op het etiket kan beter benut worden voor de gebruiksinformatie.