Bekijk op deze pagina de veelgestelde vragen en antwoorden over het basispakket en afwegingskader.
Veelgestelde vragen
De Advies Commissie Pakketbeheer (ACP) heeft de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland ACP geadviseerd om het basispakket breder tegen het licht te houden wat betreft middelen met een zelfzorgvariant. Hiervoor is een afwegingskader Noodzakelijk te verzekeren zorg vastgesteld. Codeïne is het eerste product waarop dit afwegingskader is toegepast.
Ja, de huidige codeïneproducten die nu UR zijn, blijven UR.
Er is slechts 1 hoestsiroop met codeïne met een UAD status.
De Raad van Bestuur van het Zorginstituut stelt het afwegingskader vast, op advies van de Adviescommissie Pakket (ACP). De leden van de ACP worden benoemd op basis van hun deskundigheid, en hebben expertises op het gebied van bijvoorbeeld sociale zekerheid, zorg en verzekeringen, medische ethiek en patiëntenperspectief. Een concept afwegingskader is in de zomer van 2023 na bespreking in de ACP ter consultatie voorgelegd aan het zorgveld, en dus ook aan de KNMP. Op 20 december 2023 is het door het Zorginstituut vastgestelde afwegingskader aangeboden aan de minister voor VWS. Ook de op het kader ontvangen consultatiereacties van belanghebbenden zijn daarbij door het Zorginstituut met de minister gedeeld.
Lees meer over de Adviescommissie PakketDe minister van VWS heeft het Zorginstituut, met oog op de houdbaarheid van zorg, gevraagd om het afwegingskader op te stellen en vervolgens gefaseerd toe te gaan passen op GVS-geneesmiddelen die ook zonder recept te verkrijgbaar zijn of waarvoor (nagenoeg) gelijkwaardige alternatieven zonder recept bestaan. Bij deze geneesmiddelenadviezen dient volgens de minister aandacht te zijn voor de (financiële) effecten van bijvoorbeeld langdurig en/of zeer hoog gedoseerd gebruik door bepaalde patiëntengroepen van middelen waarvoor zelfzorgvarianten beschikbaar zijn, alsmede voor de gevolgen van verplaatsing van de dienstverlening zoals mogelijke neveneffecten van de veranderde rol van de apotheker.
In het afwegingskader zijn de volgende elementen opgenomen en uitgewerkt die een rol spelen bij de bepaling of sprake is van noodzakelijk te verzekeren zorg:
- (lage) ziektelast
- voorzienbaarheid
- gebruikelijkheid
- (lage) kosten van de zorg en mogelijke restitutie
- therapietrouw en vervolgschade
- gezondheidsverschillen
- aanwezigheid vangnetconstructie
- systeemeffecten
Het afwegingskader is in te zetten bij individuele interventies (een zogenaamde indicatie-interventiecombinatie) of bij groepen interventies wanneer dat mogelijk is. Het kan gaan om ‘nieuwe zorg’ en om zorg die al in het basispakket zit.
Het afwegingskader is in te zetten bij wat het Zorginstituut noemt ‘het deliberatieve proces' dat plaatsvindt volgens de uitgangspunten van de procedurele rechtvaardigheid. Welke uitgangspunten dat zijn en hoe het proces verloopt staat in de publicatie: “Pakketadvies in de praktijk, wikken en wegen voor een rechtvaardig pakket”. Pakketadvies in de praktijk: wikken en wegen voor een rechtvaardig pakket.
In zijn adviesaanvraag schrijft toenmalig minister Kuipers (VWS) in maart 2023 aan het Zorginstituut dat de houdbaarheid van de zorg onder druk staat. De bewindspersoon benadrukt dat ook het pakketbeheer moet bijdragen aan de houdbaarheid van zorg, “onder andere door verantwoorde keuzes te maken tussen collectief te verzekeren zorg en zorg die voor eigen verantwoordelijkheid van burgers kan komen”.
De Adviescommissie Pakket binnen het Zorginstituut adviseerde in april 2022 al bij de uitstroom van vitamine D uit het basispakket om “in het kader van consistentie het basispakket tegen het licht te houden wat betreft middelen met een zelfzorgvariant.”
In het kader van ‘passend pakketbeheer’ kijk het Zorginstituut overigens ook breder dan alleen geneesmiddelen of zorg die nu in het basispakket zit daar nog wel in thuishoort.
Het is nog niet precies bekend wanneer en/of welke geneesmiddelen uit het basispakket gaan stromen. Het Zorginstituut heeft bij de aanbieding van het afwegingskader aan de minister aangegeven het kader als eerste te gaan toepassen op het middel codeïne. Op basis van de ervaringen die het Zorginstituut daarmee opdoet, wil het Zorginstituut ook andere (groepen) geneesmiddelen gaan beoordelen aan de hand van het afwegingskader.
De publicatie van het advies over codeïne is nu voorzien voor mei/juni. Het voorlopige advies van de ACP over codeïne is om codeïne alleen voor de indicatie chronische diarree in het basispakket te laten blijven. Dit zou een Bijlage2 voorwaarde betekenen die in de tweede helft van 2024 in kan gaan.
Het Zorginstituut publiceert op haar website over de ontwikkelingen rondom het afwegingskader en de toepassing daarvan.
Lees meer over het afwegingskader op de website van het Zorginstituut
Lees meer over de pakketbeoordeling codeïne op de website van het Zorginstituut