Bekijk op deze pagina de veelgestelde vragen en antwoorden over palliatieve zorg.
Bekostiging
Nee, er is geen aparte bekostiging voor palliatieve zorg door apothekers. De bekostiging van palliatieve zorg valt onder de reguliere farmaceutische zorg binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Binnen de Zvw (en Wlz zonder verblijf en behandeling) worden op basis van door de NZa vastgestelde prestaties in contracten met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over bekostiging van zorg per patiënt. Voor Wlz met verblijf en behandeling worden contracten met Wlz-instellingen gesloten, vaak via aanbesteding, voor farmaceutische zorg voor alle betrokken cliënten.
De Handreiking financiering palliatieve zorg biedt een overzicht van de verschillende manieren van financiering van palliatieve zorg, zie Bekostiging palliatieve zorg - Palliaweb. Apothekers zijn hierin niet opgenomen. Apothekers besteden vaak extra tijd aan palliatieve zorg, zoals medicatiebeoordelingen en begeleiding van mantelzorgers en de organisatie rondom de verstrekking van medicatie voor palliatieve sedatie en euthanasie, maar de bekostiging vindt vooral plaats via de door zorgverzekeraars gecontracteerde (algemene) prestaties. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) erkent dat de huidige bekostiging van palliatieve zorg onvoldoende aansluit bij de praktijk en onderzoekt alternatieve financieringsmodellen. Momenteel lopen er pilots voor alternatieve financieringsmodellen, waarvan de eerste fase loopt tot en met 2026. Onderdeel van de pilots is het bepalen van de reikwijdte van het experiment, zoals of farmaceutische zorg onderdeel uit maakt van de alternatieve financiering.
Lees meer over alternatieve bekostigingIn het kader van palliatieve zorg zijn er verschillende activiteiten van de apotheek die op basis van de door de NZa vastgestelde (reguliere) prestaties kunnen worden gecontracteerd en bekostigd. Farmaceutische zorgprestaties zoals medicatiebeoordelingen en farmaceutische consulten kunnen gedeclareerd worden binnen de bestaande kaders. Apothekers kunnen, in overleg met de arts, patiënten selecteren voor een medicatiebeoordeling, ook als zij buiten de standaardcriteria vallen. Dit geldt bijvoorbeeld voor patiënten met mogelijk ongeschikte farmacotherapie, een hoog risico op medicatiegerelateerde problemen of een verhoogd risico op ziekenhuisopnames door medicatie. Voor patiënten die vanwege medische redenen niet naar de apotheek kunnen komen, valt dienstverlening aan huis onder een aparte declaratieregeling, waarbij een extra vergoeding mogelijk is onder de regeling 'Dienstverlening thuis'. Wat op deze manier bekostigd wordt, is afhankelijk van of en hoe hierover met zorgverzekeraars in de contractering afspraken zijn gemaakt.
Voor de declaratie van een palliatieve kit zijn regionale afspraken nodig, waarna bij de verschillende zorgverzekeraars een addendum of aanvullende overeenkomst kan worden aangevraagd.
Lees meer over de vergoeding van de palliatieve kitApothekers kunnen met zorginstellingen, zoals hospices, afspraken maken over de farmaceutische zorg voor Wet langdurige zorg (Wlz)-patiënten met behandeling. In dat geval wordt het budget voor farmaceutische zorg bepaald door de zorginstelling in plaats van via een contract binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw). Daarnaast kunnen de apotheker en de voorschrijver onderling afspreken om kleinere hoeveelheden medicatie voor te schrijven en te verstrekken. Dit is met name van belang bij de overgang naar een hospice, omdat het verspilling voorkomt en het mogelijk maakt sneller in te spelen op wijzigingen in medicatie.
Bij Wlz-patiënten zonder verblijf en behandeling kan dit in de bekostiging voor de apotheker negatieve gevolgen hebben, afhankelijk van de afspraken in de contracten met zorgverzekeraars. Bij contracten met Wlz-instellingen geldt dit in de regel niet.
Hulpmiddelen zoals katheters en onderleggers kunnen essentieel zijn in de palliatieve zorg. De declaratiemogelijkheden hiervan verschillen per hulpmiddel en zorgverzekeraar. Sommige hulpmiddelen vallen onder de reguliere farmaceutische zorg of onder de reguliere hulpmiddelenzorg. Andere hulpmiddelen moeten mogelijk door de patiënt zelf worden aangeschaft. Apothekers wordt geadviseerd om de vergoedingsmogelijkheden per zorgverzekeraar te controleren.