Alle apotheken in Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder hebben zich onlangs verenigd in de Coöperatie Apotheken noordoost Flevoland (CAF). Ook in deze regio hebben apothekers nu één aanspreekpunt voor farmaceutische zorg. “We waren nog een witte vlek op de kaart.”
“Om aan tafel te kunnen zitten bij een belangrijk regionaal overleg moeten we ons organiseren als apothekers. Daarom hebben we een coöperatie opgericht”, zegt openbaar apotheker Anja Immink van Alphega Apotheek Dronten Zuid. Immink is voorzitter van de begin dit jaar opgerichte coöperatie CAF, waarbij twintig apotheken zijn aangesloten uit onder meer Biddinghuizen, Dronten, Lelystad en Urk.
In een snel veranderende multidisciplinaire eerste lijn is het voor apothekers van groot belang dat ze regionaal één organisatie vormen. Volgens de KNMP zijn er verspreid door het land inmiddels zo’n vijftig apothekersorganisaties, en is er sprake van een landelijke dekking.
In Flevoland en de Noordoostpolder was er echter tot begin dit jaar nog een “witte vlek” te zien, vertelt Immink. “We werden geattendeerd op de gelden die beschikbaar komen vanuit VIPP Farmacie voor Medicatieproces 9. En om daarop aanspraak te kunnen maken in de regio, moeten we als apothekers één aanspreekpunt hebben.”
In sommige regio’s zijn coöperaties ontstaan vanuit de samenwerking rond de dienstapotheek. Door het faillissement van het ziekenhuis in Lelystad, zo’n vier jaar geleden, was er in Flevoland een vacuüm ontstaan. Hierdoor was het voor apothekers onduidelijk bij wie ze zich moesten aansluiten. “Uiteindelijk hebben we ons gespiegeld aan de structuur van Medrie, een huisartsencoöperatie in Flevoland, Hardenberg en Zwolle. Toen zijn we van start gegaan, en nu anderhalf jaar later is onze coöperatie opgericht”, aldus Immink, die samen met openbaar apothekers Alma Middelbeek (Emmeloord) en Roeland Böttger (Lelystad) het bestuur vormt.
In de komende maanden gaat de CAF zich focussen op het verder aanhalen van de banden met de huisartsen, die volgens Immink al jaren goed zijn. “Apothekers en huisartsen kunnen het op individueel niveau over het algemeen goed met elkaar vinden, omdat we hier in de regio veel gezondheidscentra hebben.”
Een ander aandachtspunt is het vormgeven van een nieuw regionaal netwerk voor palliatieve zorg. Apothekers waren hier nog niet bij betrokken, maar CAF nodigde zichzelf uit en zit nu ook aan tafel, benadrukt Immink. “Huisartsen, thuiszorg en hospices delen binnen dit netwerk hun kennis over palliatieve zorg. Maar wij leveren de middelen, dus het zou een gemis zijn als apothekers hier niet bij betrokken zijn.”