Medicatie bij alcoholverslaving kan de psychologische behandeling ondersteunen. Van het ene middel word je hondsberoerd als je toch drinkt, van het andere krijg je minder zin in drank. Verslavingsarts in opleiding Sebastiaan Verboeket pleit ervoor dat een aversiemiddel áltijd onder toezicht wordt ingenomen. “Een verslaving is een ziekte die sterker is dan je eigen wil.”
Verslavingsarts in opleiding Sebastiaan Verboeket windt er geen doekjes om. Er is geen pil die de verslaving aan alcohol kan stoppen. “De psychologische behandeling is de hoofdbehandeling”, stelt hij. “Maar medicatie kan zeker helpen als die behandeling nog niet is begonnen of als stok achter de deur tijdens of na de behandeling.”
Stoornis in gebruik
Verboeket houdt van zijn werk in de Amsterdamse verslavingskliniek Jellinek. “Ik vind het een mooi vak. Je hebt te maken met een combinatie van lichamelijke en psychiatrische klachten. Ik vind het ook mooi te zorgen voor patiënten die zich aan de rand van de samenleving bevinden.”
Op de vraag wanneer iemand alcoholverslaafd is, kan hij geen eenvoudig antwoord geven. Verslaving is geen simpele optelsom van het aantal gedronken glazen of van percentages. Hij spreekt ook niet van alcoholverslaafden en al helemaal niet van alcoholisten. “Wij hebben het in de verslavingszorg over mensen met een stoornis in het gebruik van alcohol”, legt hij uit. “Een van de criteria van deze stoornis is dat mensen niet kunnen stoppen zonder hulp.”
Detox
De behandeling van een ernstige stoornis start dikwijls met een detox onder begeleiding. “Vaak worden mensen dan opgenomen en behandeld met medicatie om ontwenningsklachten tegen te gaan. Daarna gaan we ons best doen om iemand abstinent te houden, dat wil zeggen nuchter van alcohol.” Twee categorieën medicatie kunnen patiënten helpen om van de drank af te blijven: de aversiemiddelen en de antitrekmiddelen.
Aversiemiddelen
Door aversiemiddelen te nemen, kun je eigenlijk geen alcohol meer verdragen. Antabus is het bekendste middel. “Het zorgt voor een kater plus, plus, plus als je toch drinkt”, vertelt Verboeket. “Je krijgt een rood hoofd, je voelt je heel beroerd, je krijgt hartkloppingen. Als dat je één keer overkomt, weet je dat je dat nooit meer wil.”
Hij benadrukt dat uit onderzoek blijkt dat het middel effectiever is als iemand het onder toezicht inneemt. “Je neemt het dagelijks of twee tot drie keer per week. Dat kan bijvoorbeeld met een naaste erbij, in de kliniek of je laat iemand meekijken tijdens videobellen. Dit is niet omdat de zorgverlener de patiënt niet vertrouwt, het gaat erom dat iemand zichzelf niet altijd kan vertrouwen. Een verslaving is een ziekte die sterker is dan je eigen wil. Door het laten meekijken kan iemand zich tegen zichzelf beschermen.”
Partner
Voor patiënten die een middel innemen in bijzijn van een partner heeft het toezicht ook effect op het onderling vertrouwen. “Dan gaat het verder dan alleen het bewijs dat iemand het bruistablet heeft genomen. Zo’n naaste heeft vaak al veel ellende meegemaakt en ziet dat de partner door dat middel te nemen probeert van de verslaving af te komen.
De middelen kunnen in principe een leven lang gebruikt worden, maar als de psychologische behandeling succesvol is, kun je de Antabus proberen te stoppen. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat de huisarts jarenlang zomaar herhaalrecepten geeft. Bovendien mogen patiënten met leverproblemen zoals levercirrose geen aversiemiddelen gebruiken.“
Antitrekmiddel
De tweede categorie middelen zijn de antitrekmiddelen, waaronder Campral en Naltrexon. Deze middelen kunnen ervoor zorg dat je minder lol van alcohol hebt. Verboeket legt de werking van Naltrexon uit: “Alleen al door het vooruitzicht van een paar glazen alcohol maakt het lichaam endorfines, geluksstofjes, aan. Je krijgt er zin in en je kunt ook na één glas niet stoppen. Naltrexon blokkeert receptoren waardoor die prettige stoffen niet of minder effect hebben. Het gevolg kan zijn dat je niet begint met drinken of dat je gemakkelijker kunt stoppen na een paar glazen.”
Dit middel is bijvoorbeeld geschikt voor mensen die gaan bingedrinken, van wie die hele fles whisky leeg moet. De antitrekmiddelen werken niet bij iedereen. En het is ook niet altijd duidelijk hoe ze werken.
Samenleving
Met zijn ervaring in de verslavingszorg kijkt Verboeket op zijn eigen manier naar trends in de samenleving. Dat veel mensen regelmatig alcohol drinken betekent volgens hem niet dat verslaving aan alcohol hoeft toe te nemen. “Mensen plakken tegenwoordig het woord verslaving al snel op van alles, ze zijn ook verslaafd aan hun telefoon of aan Netflix. Maar uit de wetenschap blijkt dat chronische verslaving aan verdovende middelen altijd onder een constante kleine groep in de samenleving voorkomt. Bij sommigen zal de behoefte om te vluchten er altijd zijn, dat is onderdeel van het mens zijn.”
Bruistablet bij de apotheek innemen |
Toezicht op het innemen van een aversiemiddel zou volgens verslavingsarts in opleiding Sebastiaan Verboeket ook bij de apotheek kunnen. “Waarom niet? Dan zou je kunnen afspreken dat iemand langskomt en dat je het bruismiddel met een glaasje water inneemt terwijl de apothekersassistent erbij is. Als apotheek heb je dan een telefoonnummer van een behandelaar en dan zou je kunnen bellen als iemand niet komt opdagen. Ik begrijp natuurlijk dat er logistieke en andere obstakels kunnen zijn, maar het zou kunnen helpen bij patiënten die daarvoor gemotiveerd zijn.” |
Auteur: Margit Kranenburg is freelance journalist