In sommige situaties is een hogere dosering van een antibioticum nodig. De bacterie is dan minder gevoelig voor het middel. Welke dosering geschikt kan zijn, vind je in het Informatorium op de KNMP Kennisbank.
De meeste apothekersassistenten kennen het trucje uit hun hoofd. Moet je voor een kindje met een amoxicillinedrankje een standaarddosering berekenen? Dan kijk je of het aantal milliliters per dag hetzelfde is als het lichaamsgewicht van het kindje in kilo’s. Het werkt natuurlijk alleen voor de amoxicilline 50 mg/ml drank, want bij een standaarddagdosering van 50 mg/kg kom je met dit drankje keurig op 1 ml/kg/dag uit. Dit heeft een bijkomend voordeel: het is bijna onmogelijk om nog een rekenfout te maken.
Dit werkt prima als we het over de standaarddosering hebben. Maar er zijn situaties waarbij een hogere dosering van een antibioticum nodig is. Welke dosering er dan wordt gegeven, kan je vinden in het Informatorium op de KNMP Kennisbank. Bovenin de rubriek dosering vind je de volgende tekst: Dosering bij I-categorie (gevoelig bij verhoogde blootstelling aan het geneesmiddel). Om deze dosering te zien, klap je de rubriek uit door op het plusje te klikken. Deze rubriek vind je niet alleen bij amoxicilline, maar ook bij een flink aantal andere antibiotica en antischimmelmiddelen, zoals fluconazol).
I-categorie
Dat er een extra hoge dosering nodig is, blijkt meestal uit de uitslag van een kweek in een laboratorium. Bij een kweek wordt de gevoeligheid van een bacterie voor verschillende antibiotica bepaald. Op de uitslag zie je een rijtje antibiotica met daar achter de gevoeligheid van de gekweekte bacterie. De gevoeligheid van de bacterie voor de verschillende antibiotica wordt ingedeeld in drie categorieën: S, I en R.
Categorie S (‘susceptible’): gevoelig bij standaarddosering.
Categorie I (‘increased exposure’): alleen gevoelig voor een hoge dosis van het antibioticum. Categorie R (‘resistant’): de bacterie is niet gevoelig voor dit antibioticum
Increased exposure betekent letterlijk verhoogde blootstelling. Een infectie met een bacterie die categorie I heeft voor bijvoorbeeld ciprofloxacine, zal dus niet verdwijnen als iemand een standaarddosering ciprofloxacine krijgt. De bacterie is dan niet gevoelig voor een normale dosis ciprofloxacine, maar alleen voor een hoge dosis van dit antibioticum. Bij een I-categorie dosering zal er bij ciprofloxacine bij een volwassene dus niet de gewone dosis van 2 maal daags 500 mg op het recept staan, maar de hoge dosis van 2 maal daags 750 mg (zie plaatje).
Fabel |
Een antibioticum werkt niet tegen alle soorten bacteriën. Er bestaan verschillende soorten antibiotica. Elk soort antibioticum werkt specifiek tegen bepaalde bacteriën die ziekten en klachten veroorzaken. De arts schrijft alleen antibiotica voor als het echt nodig is. Dus als het lichaam van de patiënt de ziekmakende bacteriën niet zelf kan doden. Het lichaam heeft dan wat hulp nodig. Het lichaam van iemand met een goede weerstand kan de bacteriën meestal zelf bestrijden. Als veel mensen (onnodig) antibiotica gebruiken, dan werken ze in de toekomst minder goed tegen bacteriën. De bacterie past zich aan zodat het antibioticum de bacterie niet meer kan doden. We zeggen dan dat de bacterie ongevoelig of resistent is voor een bepaald antibioticum. Dit antibioticum helpt dan niet meer tegen deze bacterie, ook niet bij andere patiënten. Veel gebruiken van antibiotica leidt tot resistentie. Een voorbeeld van een resistente bacterie is de bekende 'ziekenhuisbacterie' MRSA.
Ben je benieuwd naar meer feiten en fabels? Kijk dan op de Instagram van Apotheek.nl.
Auteurs: Brigitte Koch en Maaike de Wit zijn apothekers bij het Geneesmiddel Informatie Centrum GIC, KNMP. |