De multidisciplinaire richtlijn Palliatieve sedatie is herzien onder begeleiding van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). De KNMP en de NVZA werkten mee aan de herziening van de richtlijn. Deze bevat wijzigingen in het doseringsschema van continue palliatieve sedatie. Ook staan in de herziene richtlijn aparte doseringsschema’s voor acute palliatieve sedatie en intermitterende toediening van palliatieve sedatie.
Belangrijkste aanpassingen
De belangrijkste aanpassingen ten opzichte van de vorige versie van de richtlijn zijn:
- het doseringsschema van continue palliatieve sedatie is aangepast. Zo zijn de doseringen van levomepromazine (stap 2) gewijzigd. Fenobarbital is terug in stap 3. Ongewijzigd is dat bij stap 3 (propofol of fenobarbital) een overleg nodig tussen de behandelend arts en het consultatieteam palliatieve zorg;
- er is een hoofdstuk toegevoegd over acute palliatieve sedatie, inclusief doseringsschema;
- het hoofdstuk over intermitterende toediening van palliatieve sedatie is uitgebreid, dit bevat ook een doseringsschema.
De herziening is tot stand gekomen naar aanleiding van een analyse van knelpunten die zorgprofessionals in de praktijk ervaren. De richtlijn is multidisciplinair herzien door het IKNL en medische beroepsverenigingen, waaronder de KNMP en de NVZA. Philip Vos, openbaar apotheker te Zwaag, nam namens de KNMP deel aan de richtlijncommissie. Namens de NVZA zat ziekenhuisapotheker Mirjam Crul in de klankbordgroep. Ook is er input van patiënten en naasten meegenomen in de herziening, en is er gebruikgemaakt van ethische en juridische expertise.