Bij het voorschrijven van medicatie wordt zo mogelijk de minst milieubelastende optie gekozen, mits deze een goede behandeling voor de patiënt vormt en goed is onderzocht. In een NTvG-artikel over het verminderen van de milieu-impact van medicatie worden verschillende mogelijkheden besproken om milieubewust voor te schrijven, zoals het kiezen voor orale toediening in plaats van intraveneuze toediening.
Keuze inhalatoren
Een veel genoemd voorbeeld is het voorschrijven van poederinhalatoren in plaats van dosis-aerosolen aan patiënten bij wie dat veilig kan (eerste voorschrift, leeftijd ≥ 7 jaar, voldoende inhalatiekracht, voldoende hand-mondcoördinatie). Dit leidt weliswaar tot een forse vermindering van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen, maar de poederinhalator kan op andere milieu-uitkomsten ongunstiger zijn dan de dosisaerosol (bijv. toxiciteit, grondstofgebruik, afval). In de afweging moet aandacht zijn voor de totale milieu-impact, in de gehele levenscyclus van het product.
In de NHG-richtlijnen wordt al enige informatie over milieu-impact opgenomen (bijv. NHG-richtlijn De overgang) en in sommige richtlijnen wordt in het advies ook al rekening gehouden met milieuaspecten (bijv. de NHG-richtlijnen Anemie en Astma). Het Farmacotherapeutisch Kompas neemt deze milieu-informatie over.
Buitenland |
Vooral in de Scandinavische landen is er al langer aandacht voor de milieu-impact van geneesmiddelen. In Zweden wordt in Fass (Farmaceutiska Specialiteter i Sverige) geneesmiddelinformatie verzameld, waaronder, indien beschikbaar, informatie over de impact van een geneesmiddel op het milieu. Voor de classificatie wordt gekeken naar het milieugevaar (bijv. persistentie) en het milieurisico. Deze informatie wordt verwerkt tot een aanbeveling voor het al dan niet opnemen in de Wise List, een formularium in de regio Stockholm. Voor de Nederlandse setting is deze informatie niet goed bruikbaar. Ook is de milieu-impact van het productieproces niet meegenomen, waardoor er geen compleet beeld van de milieu-impact wordt weergegeven. In Zweden is ook een label geïntroduceerd voor OTC-producten (Valvald: ‘goed gekozen’) waarmee wordt aangegeven dat een OTC-product verantwoord geproduceerd is. Om dit label en logo voor een OTC-product te verkrijgen zijn criteria ontwikkeld. |
In de officiële productinformatie (SmPC’s) van geneesmiddelen wordt soms beknopte milieu-informatie gegeven. Deze informatie is veelal onvolledig. Een samenwerkingsverband van farmaceutische bedrijven, universiteiten, onderzoeksinstituten, het RIVM en het Europees Medicijnagentschap, werkt aan een database (Premier, Prioritisation and Risk Evaluation of Medicines in the EnviRonment) waarin informatie uit milieurisicobeoordelingen wordt ontsloten.
Het RIVM heeft onderzoek gedaan naar de risico’s van geneesmiddelresten van vrij verkrijgbare pijnstillers in het oppervlaktewater. De milieueffecten zijn afhankelijk van de hoeveelheid die wordt gebruikt, het gedrag van de stof in het milieu en de schadelijkheid ervan. Met name het gebruik van NSAID in gel kwam als meest schadelijk naar voren. Ook hier dient de kanttekening te worden geplaatst dat voor de meeste geneesmiddelen nog data ontbreken over de totale milieu-impact om een goede vergelijking en gefundeerde keuze te maken voor de minst milieubelastende optie. Immers niet alleen de milieubelasting van het product in de gebruiksfase, maar ook de gevolgen van productie, transport en afval moeten worden meegewogen.
In de keuze voor medicatie speelt de patiënt de belangrijkste rol. Uit een verkennend onderzoek van het Nivel bleek dat 40% zou kiezen voor een milieuvriendelijkere zorgbehandeling, onder de voorwaarde dat de zorg die zij ontvangen goed is. Meer dan de helft (ruim 57%) van de mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking geeft aan een voorkeur te hebben voor de zorg die het allerbeste is voor henzelf, ook al is deze niet milieuvriendelijk.
Uit onderzoek van de Patiëntenfederatie blijkt dat zo’n 60% van de respondenten duurzaamheid zou meewegen in de behandelkeuze, maar dat dit niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van en toegang tot zorg.