Apothekers kunnen medicatiegegevens opvragen én beschikbaar stellen via het Landelijk Schakelpunt (LSP). Deze informatie delen zij met huisartsen en medisch specialisten, zodat alle schakels in de zorgketen altijd een compleet en actueel beeld hebben van de gezondheidssituatie van de patiënt.
Gebruik van het LSP
Apothekers vragen via het LSP actuele medische gegevens op of stellen deze beschikbaar als dit noodzakelijk is voor de behandeling van een patiënt. Deze gegevensuitwisseling is regionaal ingericht. Welke functionaliteiten biedt het LSP aan apothekers en hoe te handelen bij een eventuele storing?
Inzien medicatiegegevens
De apotheek en apotheekhoudende huisarts kunnen via het LSP melden dat zij medicatie aan een patiënt hebben verstrekt. Dat kan alleen als de patiënt daar toestemming voor heeft gegeven. Deze toestemming heeft betrekking op de verstrekte (actieve) medicatie van de laatste zes maanden, eventueel aangevuld met allergieën, contra-indicaties en intoleranties. Andere zorgverleners (apothekers, huisartsen en medisch specialisten) die zijn aangesloten op het LSP, kunnen vervolgens opvragen welke medicatie aan een patiënt is verstrekt.
Naast het inzien van medicatiegegevens biedt het LSP nog twee specifieke functionaliteiten: LSP Signaalfunctie en LSP ICA (Intoleranties, Co-morbiditeiten, Allergieën).
LSP Signaalfunctie
Met de LSP Signaalfunctie krijgen apothekers een bericht wanneer van een geselecteerde patiënt nieuwe gegevens op het LSP beschikbaar zijn. Dit kunnen medicatieverstrekkingen zijn bij andere apotheken of nieuwe allergie-informatie. In de toekomst is het ook mogelijk om op deze manier labwaarden te ontvangen.
LSP ICA
LSP ICA biedt de mogelijkheid om de meeste actuele intoleranties, contra-indicaties en allergiegegevens op te vragen bij de huisarts of apotheker met wie de patiënt een behandelrelatie heeft.
- Tips voor LSP-signaalfunctie.pdf Downloaden
- Tips voor LSP-ICA.pdf Downloaden
- Protocol LSP - Onderhoud AIS van contra-indicaties.pdf Downloaden
Afhandeling van mogelijke storingen
De gebruikerservaring van het LSP hangt af van verschillende factoren, zoals de beschikbare functionaliteit en de afhandeling van technische problemen. Goed functioneren van deze LSP-keten vereist afstemming van processen en onderlinge behoeften door alle betrokken partijen. Op de website van VZVZ staat beschreven hoe de processen voor het oplossen van problemen zijn ingericht.
LSP-regio's
Er zijn ongeveer 50 regio's waarbinnen apothekers, huisartsen en huisartsenposten gegevens kunnen uitwisselen. VZVZ heeft in 2021 de zogenaamde schotten tussen de regio’s verwijderd. Apothekers kunnen dus ook buiten hun eigen regio uitwisselen indien de patiënt toestemming heeft gegeven voor het delen van gegevens.
Toestemming van de patiënt
Het delen van medicatiegegevens mag alleen met toestemming van de patiënt (opt-in). De toestemming van de patiënt is nodig voor iedere manier waarop apothekers gegevens uitwisselen, bijvoorbeeld via het LSP of binnen het cluster. Op de juiste manier toestemming vragen aan de patiënt om zijn of haar medicatiegegevens te delen, verloopt via 3 stappen.
Stap 1: Informeer de patiënt
Soms is de patiënt niet bewust van het feit dat hij toestemming moet verlenen voor het delen van de basisset medicatiegegevens. Daarom is het belangrijk de patiënt hiervan bewust te maken en toestemming te vragen voor het delen van gegevens uit de basisset medicatiegegevens.
Leg de patiënt uit waarom het zo belangrijk is om toestemming te verlenen voor het delen van de basisset medicatiegegevens:
- Zorgverleners kunnen zo goede farmaceutische zorg verlenen. Als de patiënt bijvoorbeeld (zelfzorg)geneesmiddelen gebruikt die niet bekend zijn bij de apotheek of de patiënt heeft een verminderde nierfunctie, kan het zo zijn dat andere geneesmiddelen minder goed werken of juist te sterk werken. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid van de patiënt.
- De patiënt hoeft niet steeds opnieuw aan zorgverleners kenbaar te maken welke medicatie hij gebruikt.
- In spoedsituaties kan de zorg voor de patiënt sneller, beter en veiliger worden verleend.
Stap 2: Vraag de patiënt om toestemming
Vertel de patiënt dat hij toestemming kan verlenen op drie manieren:
- Mondelinge toestemming, persoonlijk en direct in de apotheek. Mondelinge toestemming is rechtsgeldig.
- Digitale toestemming via de website Volgjezorg.nl/toestemming.
- Met een papieren toestemmingsformulier, te vinden op Volgjezorg.nl/toestemming. Deze invullen en afgeven in de apotheek. De toestemmingsformulieren zijn ook kosteloos te bestellen en per post te ontvangen via aorta-lsp.nl/webshop. Deze invullen en afgeven in de apotheek.
Stap 3: Registreer de toestemming
Nadat de patiënt toestemming geeft, moet dit bij voorkeur binnen 6 weken worden geregistreerd in het apotheekinformatiesysteem. Na verwerking van de toestemming in het informatiesysteem kunnen apothekers de gegevens aanmelden. De gegevens van de patiënt zijn dan op te vragen door andere zorgverleners.
De praktijk leert dat de meeste patiënten toestemming geven voor de uitwisseling van hun medische gegevens via het LSP. Bij het verwerken van een stapel formulieren bestaat het risico dat een patiënt die 'nee' heeft gezegd, onverhoopt wordt geregistreerd als iemand die wel toestemming gaf. Voorkom dit door de ‘nee’-formulieren op een aparte stapel te leggen en verwerk ze op een ander moment. Het risico op fouten is zo minimaal.
Geen toestemming patiënt
Indien de patiënt geen toestemming geeft voor het delen van medicatiegegevens:
- Informeer de patiënt mondeling over de risico’s voor de patiëntveiligheid en de consequenties van het niet geven van toestemming.
- Informeer de patiënt opnieuw over de consequenties van geen toestemming geven bij een nieuwe reden voor het uitwisselen van medicatiegegevens tijdens een contactmoment die voor een (nieuwe) risicosituatie in de medicatieoverdracht zorgt.
- Het advies is om vast te leggen dat met de patiënt besproken is wat de consequenties zijn van geen toestemming geven.
Als de patiënt geen toestemming geeft voor het overdragen van zijn medicatiegegevens, is hij zelf verantwoordelijk voor het op een andere wijze doorgeven van de betreffende informatie over zijn gezondheidstoestand die relevant is voor de zorgverlening.
Vergoedingen LSP
Verzekeraars, koepelorganisaties en de VZVZ maken afspraken over de financiering van het LSP. Deze afspraken staan in een vergoedingenreglement. Apothekers ontvangen een structurele vergoeding voor het gebruik, een opt-in vergoeding en een vergoeding voor UZI-middelen.
Soorten vergoedingen
Apothekers die zijn aangesloten op het LSP komen in aanmerking voor de onderstaande vergoedingen:
- Structurele vergoeding voor gebruik
Als apothekers het LSP daadwerkelijk gebruiken, krijgen zij 1 keer per jaar een zogenaamde structurele vergoeding. Aan deze structurele vergoeding zijn voorwaarden verbonden over het aantal aangemelde dossiers. - Opt-in vergoeding
Apothekers hebben recht op een opt-in vergoeding. Dit is een tegemoetkoming voor de inspanning voor het registreren van de toestemming van de patiënt. De opt-in vergoeding is een variabel en niet gemaximeerd bedrag, en gebaseerd op het aantal patiëntdossiers dat is aangemeld bij het LSP. - Vergoeding UZI-middelen
De UZI-middelen, het servercertificaat en de persoonlijke passen worden vergoed.
Vergoedingenreglement
De stichting VZVZ Derdengelden heeft een vergoedingenreglement opgesteld. Uitsluitend aan dit reglement kunnen aanspraken en/of rechten worden ontleend. In dit reglement staat ook hoe LSP-gebruikers bezwaar kunnen maken als zij het niet eens zijn met een toegekende vergoeding.