Biosimilars zijn biologische geneesmiddelen die soortgelijk zijn aan biologicals (het origineel ontwikkelde biologische geneesmiddel). Tot 2019 hadden openbaar apothekers weinig met biosimilars te maken. De biosimilars zijn echter, na de introductie in de ziekenhuizen, inmiddels ook steeds gangbaarder in de eerste lijn.
Achtergrondinformatie
KNMP-standpunt biosimilars
Met de komst van biosimilars is discussie ontstaan over de uitwisselbaarheid van biosimilars met het originatorproduct. Ook de eerste follow-ups van zogeheten non-biological complex drugs (NBCD’s) hebben hun intrede gedaan in de markt.
Veelgestelde vragen over biosimilars
Biosimilars zijn biologische geneesmiddelen die soortgelijk zijn aan biologicals (het origineel ontwikkelde biologische geneesmiddel) en beschikbaar zijn wanneer de marktbescherming van de biologicals is verlopen.
Biosimilars worden getoetst door de EMA op gelijkwaardigheid in kwaliteit, werkzaamheid, en veiligheid. Tot 2019 bestonden er vooral biosimilars van biologische geneesmiddelen die in het ziekenhuis worden gebruikt. Ze worden echter steeds gangbaarder in de eerste lijn, vooral insulines. Omdat de ontwikkelkosten van biosimilars (net zoals bij generieke middelen) lager zijn, kunnen ze voor een lagere prijs worden aangeboden. Door die marktwerking dalen de kosten van geneesmiddelen.
Qua werkzame stof zijn biosimlars soortgelijk aan biologicals. Zo geeft het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in haar Biosimilar Standpunt aan, dat ze in de regel volledig uitwisselbaar zijn. Dit wordt door wetenschappelijk onderzoek ondersteund.
Bij de subcutane preparaten speelt het toediensysteem een rol. Daar kunnen wel verschillen in zitten waarmee rekening moet worden gehouden. Zo kan het nodig zijn dat er bij het omzetten van het ene middel naar het andere, een ander toediensysteem nodig is (of aangeschaft moet worden) en er extra instructie voor patiënten gewenst of nodig is. De voorschrijvend arts bepaalt in principe in samenspraak met de patiënt welk middel het meest geschikt is. In het geval van preferentiebeleid is het daarnaast zorginhoudelijk de taak van de arts in samenwerking met de apotheker om de overstap van een patiënt op een ander middel in goede banen te leiden. De afzonderlijke zorgverzekeraar bepaalt welke biological tegen welke condities voor vergoeding in aanmerking komt. Het is daarbij de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar om zijn verzekerden hierover goed te informeren (via de website en polisvoorwaarden). Van de verzekeraar mag daarnaast verwacht worden dat hij overige aspecten, die nodig zijn om de overstap zorgvuldig te laten verlopen, faciliteert.
Biologische geneesmiddelen, zoals insulines, zijn over het algemeen dure geneesmiddelen. Met de komst van biosimilars ontstaat marktwerking. Met het preferentiebeleid wordt doelmatigheid nagestreefd, wat leidt tot kostenbesparingen.